Zoeken…


Abstractie - Inleiding

Abstractie is een van de belangrijkste concepten in Object Oriented Programming (OOP) . Dit is het proces van het verbergen van de implementatiedetails voor de buitenstaanders, terwijl alleen essentiële details worden weergegeven. Met andere woorden, abstractie is een techniek om de complexiteit van een programma te ordenen.

Er zijn twee basistypen abstractie:

  1. Controle abstractie

    Dit wordt gedaan met behulp van subroutines en controleflow. We kunnen vanuit een functie / methode een andere functie / methode / routine (subroutine) aanroepen om een specifieke taak uit te voeren, waarbij die subroutine abstract is.

  2. Data abstractie

    Dit gebeurt via verschillende datastructuren en hun implementaties. We kunnen onze eigen gegevensstructuren maken om onze gegevens op te slaan, terwijl de implementatie abstract blijft.

In OOP gebruiken we een mix van controle en functie-abstractie.

Toegang tot modificaties

Toegangsmodificatoren worden gebruikt om de toegang tot een object of een functie / methode te beheren. Dit is een belangrijk onderdeel van het concept van abstractie .

Verschillende programmeertalen gebruiken verschillende toegangsmodificatoren. Hier zijn enkele voorbeelden:

  • Java

    Java heeft 4 toegangsmodificaties.

    1. private - deze attributen zijn alleen toegankelijk binnen de klas.
    2. protected - Deze attributen zijn toegankelijk voor subklassen en klassen uit hetzelfde pakket.
    3. package - Deze attributen zijn alleen toegankelijk voor de klassen binnen hetzelfde pakket.
    4. public - Deze attributen zijn voor iedereen toegankelijk.
  • C ++

    C ++ heeft 3 toegangsmodificatoren.

    1. private - deze attributen zijn alleen toegankelijk binnen de klas.
    2. protected - deze attributen zijn toegankelijk voor afgeleide klassen.
    3. public - Deze attributen zijn voor iedereen toegankelijk.
  • C #

    C # heeft 5 toegangsmodificaties

    1. private - deze attributen zijn alleen toegankelijk binnen de klas.
    2. protected internal - Deze attributen kunnen worden benaderd door dezelfde assemblage en afgeleide klassen.
    3. protected - Deze attributen zijn toegankelijk voor afgeleide klassen.
    4. public internal - Deze attributen zijn toegankelijk voor de klassen binnen dezelfde assembly.
    5. public - Deze attributen zijn voor iedereen toegankelijk.


Modified text is an extract of the original Stack Overflow Documentation
Licentie onder CC BY-SA 3.0
Niet aangesloten bij Stack Overflow